Pagina's

woensdag 31 augustus 2011

Virtualisatie tips

Kies de juiste virtualisatiehardware


Virtualisatie is gemakkelijk te verkopen. Wie wil er nu niet zijn verzameling licht belaste servers veranderen in een zoemende kleine virtuele serverfarm waarbij je met een muisklik virtuele machines in of uit kunt schakelen? Het best bewaarde geheim van virtualisatie is dat je voor een maximale effectiviteit goed zult moeten kijken naar een juiste infrastructuur die past bij je doelstellingen.
Of je nu op zoek bent naar een enkele host server of een volledig virtuele infrastructuur wenst, een paar voorschriften maken dat je nooit meer koopt dan je eigenlijk nodig hebt.
Lees ook:Virtualisatie: nu ook voor apps en databases
Potentieel virtualisatie onvoldoende benut
12 Mythes rond virtualisatie ontrafeld

Hoe meer cores, hoe beter


Wanneer je op zoek gaat naar een server, begint het aankoopproces meestal met de keuze voor een CPU. Bij virtualisatie is het aantal cores in een processor bijna altijd belangrijker dan de snelheid. Je zult versteld staan hoeveel virtuele servers je op een 1,7GHz machine kunt draaien zolang er voldoende cores beschikbaar zijn.
Als je het je kunt veroorloven, kun je gerust kiezen voor een server met de snelste 2,93 GHz Intel Westmere chips. Maar je krijgt ook zeker waar voor je geld met een AMD Opteron CPU uit de 4000-serie, waarbij je kunt kiezen tussen snelheden van 1,7GHz tot 2,2GHz met zes cores per CPU. Een paar van deze processors kunnen prima een middelgroot virtualisatieraamwerk faciliteren.
Het oude adagium "hoe sneller de CPU, hoe sneller de server" gaat op voor single threaded, processorintensieve taken. Bij normale servertaken is de CPU meestal geheel in rust (idle) en als ze al iets moeten doen, moet een snelle CPU eerst wachten op tragere subsystemen als de harde schijf, het geheugen (RAM) of het netwerk. Als je de keuze hebt tussen een 6, 8 of 12 core CPU op een tragere kloksnelheid dan een 4 of 6 core CPU, kies dan altijd de processor met de meeste cores.

Kies zoveel mogelijk geheugen

Koop zoveel mogelijk RAM-geheugen als het budget het toestaat. De hoeveelheid RAM is de grootste beperkende factor voor de hoeveelheid virtuele servers die je kunt draaien. Het is verstandig om 64GB RAM in een server met 12, 16 of 24 cores te plaatsen, maar weet wel dat de prijs van RAM aardig oploopt bij grotere hoeveelheden.
DIMMS van 4GB of 8GB zijn veel duurder dan 2GB DIMM's, maar je wilt uiteindelijk geen nieuwe fysieke server hoeven aanschaffen om je RAM kwijt te kunnen. Je bent dan niet alleen geld kwijt voor een nieuwe server, maar ook voor aanvullende licenties.

Rack redundantie

De andere kant van de medaille is dat je altijd genoeg fysieke servers nodig zult hebben om het wegvallen van een server op te kunnen vangen - liever zelfs nog meerdere servers als je implementatie groot genoeg is. Hoewel moderne servers niet zo snel in brand vliegen, gebeurt het nog steeds en zul je voorbereidingen moeten treffen voor het geval dat.
Ook zul je moeten denken aan een vangnet voor regulier onderhoud. Je kunt geen fysieke host voor 15 minuten offline halen omdat je een kapotte DIMM dient te vervangen terwijl je andere servers dat verlies aan RAM of workload niet op kunnen vangen. Een van de voornaamste voordelen van virtualisatie gaat daarbij verloren, namelijk het verminderen van downtime. Wanneer je een fysieke server moet uitschakelen vanwege onderhoud, wil je liever niet dat je een aantal virtuele servers moet uitschakelen om de algehele load te verminderen. N+1 is het absolute minimum, maar meer redundantie mag natuurlijk ook.

Storage pooling

Ieder serieus virtualisatieplatform zou gebouwd moeten worden op gedeelde storage. Zonder zoiets functioneert iedere server als een silo en kunnen de VM's op deze geïsoleerde servers niet beschermd worden tegen uitval van de fysieke server. Daarnaast wordt het uitbreiden van een virtuele infrastructuur steeds moeilijker zonder gedeelde storage. In feite is, tenzij we het over een hele, hele kleine virtualisatieoplossing hebben, het niet gebruiken van gedeelde storage geen optie.

Maak van je gedeelde opslag daarom een robuuste oplossing. Of je nu iSCSI, NFS of Fiber-Channel gaat gebruiken, kijk eerst naar wat je disk i/o doet voordat je een switch, host bus adapter (HBA) en/of extra schijven gaat aanschaffen. In veel gevallen zijn SATA-schijven meer geschikt voor generieke servervirtualisatie, terwijl NFS in sommige gevallen weer sneller is dan iSCSI. Je leverancier heeft liever dat je voor de duurdere optie kiest, maar als je niet met zware workloads voor de schijven te maken hebt, hoef je geen SSD's en/of SAS-gebaseerde arrays te hebben.
Sterker nog, als je geen 10G richting elke server hoeft te pompen, is het gebruik van snellere opslagmechanismen zinloos. En je hoeft omdat disks niet zo duur zijn geen traditionele RAID5-configuratie te hebben. Kies liever voor RAID6 of liever nog RAID10 voor je array. Ja, je geeft hiermee diskruimte op, maar dit betaalt zich ruimschoots terug in prestaties en betrouwbaarheid.

Netwerkverbindingen

Vergeet vooral niet dat het veel goedkoper blijft om meerdere 1G koperverbindingen te aggregeren dan om 10G te implementeren. Maar 10G geeft je wel een gigantisch groeipotentieel. Onthoud vooral dat het verstandiger is om je servers op een later tijdstip met 10G NIC's uit te rusten in plaats van dat je nu enkele dure ultrasnelle 10G-servers koopt die teveel virtuele serverload moeten dragen. Generieke virtuele servers maken lang niet optimaal gebruik van 10G, maar dat geldt wel voor servers met veel transactie-intensieve applicaties.
Vergeet niet dat servervirtualisatie je infrastructuur consolideert tot minder fysieke units, dus je zult je beter moeten voorbereiden op uitval van een van de componenten. Geef het geld dat je bespaart aan stroomvoorziening en koeling liever uit aan een tweede storage array en misschien is dat extra opvangnet nog net in het budget in te passen - voorkom zoveel mogelijk slapeloze nachten.